Gezond oud worden
Het paardengebit en veel voorkomende problemen
Hieronder vindt u wat meer informatie over het paardengebit en veel voorkomende problemen zoals scherpe randen, haken, wisselproblemen en EOTRH. Voor meer informatie over tandheelkunde bij paarden verwijzen we u graag naar een andere pagina.
Het paardengebit
Paarden hebben, net als wij, verschillende soorten tanden. Waar een paardengebit in afwijkt ten opzichte van de mens, is dat de tanden van een paard zijn leven lang afslijten. Bij ons mensen blijven onze kiezen altijd hetzelfde, maar bij paarden slijten de kiezen langzaam af door het harde voer wat ze eten. Bij een jong paard zijn de kiezen daardoor heel erg lang terwijl ze bij oudere paarden kort zijn en op een gegeven moment zelfs helemaal “op”.
Snijtanden
Paarden hebben twaalf snijtanden, zes boven en zes onder. De eerste vier (de middelste) melktanden komen bij een veulen door als ze enkele dagen oud zijn. Op ongeveer zes weken leeftijd komen er nog vier melktanden door en als het veulen ruim een half jaar oud is heeft hij/zij al alle twaalf de snijtanden van het melk gebit. Vervolgens worden deze tanden gewisseld voor het volwassen gebit, op 2,5 jaar leeftijd wisselen de middelste vier tanden, op 3,5 jaar leeftijd die daarnaast en op 4,5 jaar leeftijd wisselen de buitenste snijtanden.
Hoektanden
De hoektanden van het paard noemen we ook wel hengstentanden. Eigenlijk klopt deze naam niet, want ongeveer 25% van de merries heeft ze en sommige ruinen en hengsten hebben ze niet. De hengstentanden komen door als het paard tussen de 4 en de 6 jaar oud is, de meeste paarden die ze hebben, hebben er vier (twee boven en twee onder), maar soms hebben ze deze hoektanden ook alleen in de onderkaak.
De hoektanden van een paard hebben geen functie in het kauwproces.
Wolfskiesjes
Wolfskiesjes zijn de eerste kiezen van vooraf gezien. Ze zijn veel kleiner dan de andere kiezen en zijn ook lang niet altijd aanwezig. Ongeveer een kwart tot een derde van alle paarden heeft ze. Soms heeft een paard er maar één (dan vaak in de bovenkaak) en soms wel vier (twee boven en twee onder). Wolfskiezen hebben geen functie in het kauwproces, maar zijn soms vervelend als ze precies op de plek zitten waar het bit in de mond van het paard ligt.
Kiezen
Paarden hebben 24 kiezen (12 boven en 12 onder). Een veulen heeft bij de geboorte al 12 melkkiezen (De voorste 6 boven en de voorste 6 onder). Deze melkkiezen wisselen als het paard tussen de 2,5 en 4 jaar oud is. De achterste 12 kiezen zijn geen melkkiezen, deze komen gelijk als volwassen kiezen en komen door tussen de 1 en 3,5 jaar leeftijd.
Veel voorkomende problemen
Scherpe randen
Scherpe randen ontstaan doordat de bovenkaak van het paard iets breder is dan de onderkaak. Dit heeft het paard nodig om goed hooi en gras te kunnen eten. Doordat het kauwvlak van de kiezen constant afslijt, maar de buitenste randen van de bovenkaak en de binnenste randen van de onder kaak iets minder door de plaatsing en bouw van de kiezen, ontstaan er scherpe randen aan de kiezen. Iets scherp is normaal voor een paard, maar als de scherpe randen te ernstig worden prikken deze in het wangslijmvlies en in de tong, met pijn en ontsteking als gevolg.
Scherpe randen vijlen we weg, het is hierbij belangrijk om alleen de scherpe randen weg te halen maar verder zoveel mogelijk van het kauwvlak van de kies af te blijven, zodat het paard deze kan blijven gebruiken tijdens het kauwen.
Haken
Deze ontstaan op de voorste en de achterste kiezen als de boven en onderkaak in voor-achterwaartse richting niet exact op elkaar staan. Haken geven vooral problemen met het rijden, omdat ze tijdens het inbuigen de kaak blokkeren. Lang niet alle paarden ontwikkelen haken, maar het is wel iets wat wij veel zien. De haken worden weg gevijld. Grote haken kunnen daardoor niet in één keer verwijderd worden, dat zal in meerdere sessies gebeuren. Daarom is het van belang om jaarlijks het gebit van uw paard te laten controleren, zo hebben haken geen kans om echt groot te worden.
Wisselen
Problemen met het wisselen van de kiezen komen ook geregeld voor. Als de volwassen kies de melkkies uit de kaak duwt noemen we het laatste stukje melkkies de dop. Normaal verdwijnt de dop vanzelf maar soms blijven ze een beetje hangen of breken er stukjes af. Dit zien we bij paarden tussen de 2,5 en 4 jaar oud (omdat ze dan aan het wisselen zijn) vaak ontstaan de klachten heel plotseling en zijn ze heel duidelijk (het paard eet ineens erg moeilijk). Meestal kunnen wij de dop, of de achtergebleven afgebroken stukjes goed verwijderen en is het paard snel van de klachten af.
Losse kiezen
De kiezen van het paard slijten het hele leven langzaam af, hierdoor worden ze steeds korter. Kortere kieswortels zitten minder goed vast en daardoor komt het bij oudere paarden voor dat kiezen los zitten. Soms zijn de kiezen al weg en heeft u als eigenaar daar niets van gemerkt maar vaker gebeurd het dat het paard wel echt last heeft van de losse kies. Tussen de kies en het tandvlees komt voer te zitten wat gaat ontsteken en de losse kies doet bij elke kauwbeweging pijn.
Losse kiezen moeten altijd getrokken worden, andere reden voor het trekken van kiezen kan zijn als de kiezen scheef in de mond staan of gebroken zijn.
EOTRH
EOTRH is een afkorting die staat voor equine odontoclastic tooth resorption and hypercementosis. Een hele mond vol dus. Deze aandoening zien we voornamelijk aan de snijtanden van het paard, maar soms zijn ook de hoektanden en soms zelfs de voorste kiezen aangedaan.
Het is een aandoening die we zien bij oudere paarden. Er zijn twee processen die plaatsvinden, de resorptie en de hypercementose. Bij resorptie lost de tand langzaam op, bij hypercementose wordt de wortel van de tand omgeven door extra cement. Beide processen beginnen dus bij het deel van de tand wat in de kaak zit en het begin van deze aandoening is aan de buitenkant niet goed zichtbaar. Als het proces zich meer uitbreidt kun je steeds meer zien. Wat bijvoorbeeld op kan vallen is dat de boven en onderkaak, waar de wortels van de snijtanden zitten, heel bol is (dit komt door het extra cement rondom de wortels). Vaak zien we ontstoken tandvlees met soms pussende wondjes (dit komt door het verval dat ontstaat door het oplossen van de wortel). Als de ziekte nog erger wordt kunnen de snijtanden los gaan zitten, eruit vallen of afbreken.
EOTRH is voor het paard een heel pijnlijk proces, de pijnklachten zijn er vaak al voordat je ook maar iets kan zien aan de buitenkant. Soms valt het wel op dat paarden bv geen wortels meer af willen bijten of heel voorzichtig zijn met eten of het bit in en uit doen.
Als we EOTRH vermoeden beginnen we vaak met röntgenfoto’s van de snijtanden om te zien hoe ernstig de aantasting al is en of alle tanden zijn betrokken of maar enkele.
Er is helaas geen behandeling voor EOTRH behalve het verwijderen (trekken) van de aangetaste tanden. Dit geeft vaak voor de patiënt een enorme verbetering en paarden zonder voortanden passen zich vaak snel aan qua eten.